Fossiele brandstoffen

Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die ontstaan zijn vanuit oude fossielen. Het veranderen van een fossiel in bijvoorbeeld olie, duurt duizenden of zelfs miljoenen jaren. Steenkool bijvoorbeeld, wordt na miljoenen jaren gevormd bij de afbraak van dode vegetatie. Door de druk van het aardoppervlak en door rotting is de vegetatie samengeperst en opgewarmd, waardoor de afzettingen in steenkool worden omgezet. Drie andere fossiele brandstoffen die worden gebruikt bij het opwekken van energie, zijn aardolie, aardgas en turf. Een aantal fossiele brandstoffen liggen in zee, waarbij de bronnen er met behulp van boorplatformen worden uitgehaald.

Het grootste deel van de energie die huishoudens gebruiken, wordt opwekt uit fossiele brandstoffen. Deze brandstoffen zijn goedkoop, makkelijk op te wekken en makkelijk op te slaan. Een nadeel van deze vorm van energieopwekking is het feit dat dit schadelijk is voor het milieu en de bronnen bovendien uitputtelijk zijn. Lees meer over de voor- en nadelen van grijze energie.

Fossiele brandstoffen wordt het meest gebruikt in Nederland. Al sinds 1990 beheren deze brandstoffen zo’n 68% van het Bruto Binnenlands Energiegebruik (BBE). Voor onze economie en welvaart is een stabiele energiebevoorrading noodzakelijk. Daarom is er een samenwerking in Europees verband geboden. Eén van de uitdagingen van die samenwerking, is zorgen voor een oplossing voor het veelvuldig gebruik van fossiele brandstoffen waardoor de EU steeds afhankelijker wordt van de invoer van olie en gas.